Zes jaar nadat Ricus van de Coevering in 2009 met zijn debuutroman Sneeuweieren de Academica Literatuurprijs won, verscheen zijn tweede, even goed ontvangen, boek Noordgeest. Deze keer geen verhaal dat speelt in de moerassen van oost Noord-Brabant, maar in de Amsterdamse grachtengordel. Niet die van de modieuze yuppen, maar van een VOC-nazaat, die alles op alles zet om de onderbroken familietraditie te herstellen. Die als een Katadreuffe zijn wil probeert op te leggen aan zijn omgeving, maar die net als Harm Wagenaar, de vader in Sneeuweieren, niet kan en wil inzien dat kinderen individuen zijn die een eigen weg kiezen en die daarom tragisch ten onder gaat.